Bloedarmoede (anemie)
In het bloed zitten rode bloedlichaampjes (erythrocyten) waarin ijzer elementen (hemoglobine= Hb) zitten die zuurstof vervoeren van de longen naar de weefsels. Tijdens de zwangerschap neemt het vocht volume in de bloedvaten meer toe, dan het volume van de rode bloedlichaampjes. Het hemoglobine gehalte is daardoor tijdens de zwangerschap lager.
Tijdens de zwangerschap worden via de moederkoek (placenta) zuurstof en voedingsstoffen vervoerd naar het kind. Het gevolg kan zijn, dat er meer ijzer elementen naar het kind gaan, dan de moeder tot zich neemt. Daardoor gaat het Hb naar beneden en kan er, wat genoemd wordt, bloedarmoede ontstaan. Wanneer het Hb erg laag wordt, kan dat effect op de groei van het kind hebben. De moeder heeft dan last van een meer dan normale moeheid.
Bij de constatering van bloedarmoede worden tabletten gegeven waarin ijzer elementen zitten om het Hb te verhogen. Over het algemeen heeft dat een goed effect.
Bijzondere oorzaken van bloedarmoede komt voor bij erfelijke Hb-afwijkingen. Deze afwijkingen komen weinig voor bij autochtone Nederlanders, maar meer bij immigranten uit het Middellandse Zee gebied en uit Afrika.
Zwangerschapssuikerziekte (diabetes gravidarum)
Tijdens de zwangerschap kan worden vastgesteld dat er (een lichte vorm) van suikerziekte bestaat. Dat betekent dat er een stoornis is in de suikerstofwisseling en er te hoge suikerwaarden (glucose spiegel) in het bloed voorkomen. Opsporing gebeurt:
- bij zwangeren die aangeven dat suikerziekte veel in de familie voorkomt; zij hebben een hogere kans om zwangerschapssuikerziekte te krijgen
- als bij routine controle de suikerwaardes sterk verhoogd zijn
- als bij zwangerschapscontroles er * bij herhaling suiker in de urine zit of * een meer dan normale hoeveelheid vruchtwater is of * een te sterke groei van het kind is (een geboortegewicht van 4500-5000 gram)
Omdat bij niet-behandelen de kinderen bij de geboorte zwaar zijn, is er vaak sprake van een moeilijke bevallig en een grotere kans op een keizersnede. Of er een verhoogde kans op overlijden van het kind in de baarmoeder bestaat is niet bekend, maar mede daarom worden toch maatregelen genomen.
De eerste stap in de behandeling is een dieet, samengesteld door een diëtiste. Indien de glucose waarden abnormaal blijven, wordt de tweede stap genomen, namelijk het toedienen van insuline de rest van de zwangerschap. Na de bevalling is de stoornis zwangerschapssuiker weer voorbij.
Wel is het zo, dat vrouwen die zwangerschapsuiker hebben gehad, later een grotere kans hebben om suikerziekte te krijgen.
Te hoge bloeddruk (hypertensie)
In het algemeen daalt de bloeddruk tijdens de zwangerschap. Echter bij ongeveer 10-15% van alle vrouwen stijgt de bloeddruk teveel. Normaal mag de onderdruk niet hoger zijn dan 90 mm (Hg=kwik); is de druk boven de 90 mm, dan wordt dat een verhoogde bloeddruk, hypertensie genoemd. Het gevaar van een te hoge bloeddruk is voor de moeder dat bepaalde orgaan systemen minder goed werken en voor het kind dat de groei achterblijft.
In het verleden werd dan een zoutloos dieet voorgeschreven, maar onderzoek heeft uitgewezen dat dat niet helpt. Een te hoge bloeddruk ontstaat gewoon door de zwangerschap en de vrouw kan daar geen invloed op uit oefenen. Tegenwoordig kun je wel eenvoudig zelf je bloeddruk meten. Dit doe je met een bloeddrukmeter.
Hoe hoger de bloeddruk (de onderdruk) wordt, hoe groter de gevaren zijn, zeker wanneer er ook eiwit in de urine zit. Allereerst wordt gestart met bloeddruk verlagende middelen en als dat onvoldoende helpt, dan wordt de vrouw opgenomen om haar beter te kunnen controleren in het ziekenhuis. Meestal heeft de vrouw in het begin geen klachten, maar bij een stijgende bloeddruk kan ze last hebben van tintelingen in de handen, sterretjes zien en zelfs van pijn in de bovenbuik.
Bij de meeste vrouwen bij wie de bloeddruk 95 of meer is, ontstaan er nauwelijks problemen. Slechts bij een kleine groep kan het uit de hand lopen. Omdat het ziekte proces samenhangt met de zwangerschap, is de oplossing van het probleem het beëindigen van de zwangerschap. Bij veel vrouwen vindt er een inleiding van de bevalling plaats. Bij een aantal lukt de inleiding niet en moet er alsnog een keizersnede worden uitgevoerd.
Na de bevalling duurt het één of meerdere dagen voordat de bloeddruk weer genormaliseerd is, waarna met de eventueel gebruikte medicijnen gestopt kan worden.