De vagina (of schede) is van buiten niet te zien. In het maagdenvlies, het begin van de schede, zitten normaal gesproken al één of meerdere openingetjes om bloed door te laten dat afkomstig is van de baarmoeder. Ook na beschadiging door gemeenschap of een tampon is altijd nog het opstaande randje van het maagdenvlies te zien. De schede is een S-vormige buis, waarvan de wanden tegen elkaar liggen, die op de bekkenbodem (spierwand) rust en ongeveer 10-12 cm lang is. De schedewand heeft een geplooid aspect, waardoor het mogelijk is dat de schede zich meer of minder kan verwijden.
Gemeenschap met een man vindt plaats via de vagina. De penis wordt tijdens de geslachtsgemeenschap in de vagina gebracht. Als hier een zwangerschap door ontstaat, wordt de vagina gebruikt als geboortekanaal tijdens de bevalling.
Vaginale afscheiding
De vagina produceert afscheiding (de vaginale afscheiding) die in de baarmoedermond wordt geproduceerd. Hierdoor wordt de zuurgraad in de vagina laag gehouden. Op deze manier wordt een omgeving geschapen waardoor bacteriën de vagina niet kunnen binnendringen. Zo worden infecties voorkomen. Tijdens de eisprong neemt de afscheiding toe om vervolgens weer af te nemen tot de volgende eisprong. Bij opwinding komt er extra afscheiding in de vagina, om het gemakkelijker te maken dat de penis in de pagina glijdt.