Archives

Categories

Wat zijn de oorzaken van een postnatale depressie?

Deze vraag is gemakkelijker gesteld dan beantwoord. Het zou simpel zijn wanneer er een oorzaak was voor alle narigheid waarmee vrouwen met een postnatale depressie geconfronteerd worden. En heerlijk wanneer er dan een middeltje zou zijn dat deze oorzaak, en daarmee de depressie, weg kon nemen. Helaas zit de realiteit ingewikkelder in elkaar. Een postnatale depressie wordt gerekend tot de reactieve depressies, d.w.z. een depressie in reactie op:

  1. De gebeurtenis van geboorte, miskraam of abortus en alle veranderingen die hiervan het gevolg zijn, ook wel een ‘life-event’ genoemd;
  2. Een verstoorde schildklierwerking en/of hormoonbalans en daarmee samenhangende verstoorde vitaminen- en mineralenhuishouding.

Dit betekent dat zowel psychische, sociale, maatschappelijke als lichamelijke factoren een rol spelen hij het ontstaan van een postnatale depressie.

Psychische factoren die een rol spelen bij het ontstaan van een postnatale depressie

Vrouwen die hoge eisen aan zichzelf stellen, zich overal verantwoordelijk voor voelen, erg onzeker zijn, zich overmatig veel van anderen aantrekken en geneigd zijn te blijven piekeren, zijn gevoeliger voor een depressie dan vrouwen die een gemakkelijkere aard hebben en zich niet zo snel druk maken. Het gaat te ver om te zeggen dat je je in een depressie kunt denken, maar bepaalde manieren van denken maken je wel kwetsbaarder voor een depressie. Als je vooral let op wat niet goed gaat en vaak de schuld bij jezelf zoekt dan ben je een gemakkelijkere prooi. Als je huis een keertje niet op orde is, dan kun je denken: “ik ben een slechte moeder”, je kunt ook zeggen: “overal is het wel een keertje een chaos, morgen weer een dag”!

Men vermoedt dat ook onverwerkte trauma’s uit het verleden een rol kunnen spelen bij het ontstaan van een Postnatale depressie.

Psychosociale factoren die een rol spelen bij het ontstaan van een PPD

Het is van belang om te kijken naar de rol van onze cultuur in het ontstaan van een een postnatale depressie en hoe veel vrouwen in het leven staan.

Het heilige moeten
Hoe gaat een vrouw met haar eisenpakket om? Wat verwacht ze van zichzelf en waar haalt ze de kracht vandaan? Verwacht ze een goede moeder te zijn en wat is dat dan eigenlijk, een goede moeder? Wat heeft ze als kind ervaren, wat kreeg ze toen en wat krijgt ze nu aan zorg, aandacht en begrip? Hoe zwaar valt de verantwoording voor het kind haar? Diep in zichzelf is ze ervan overtuigd dat alles wat ze aanpakt, moet lukken. Dus ook het moeder-zijn. Niet alleen zij denkt er zo over, maar ook haar omgeving. Wat doet de perfecte moeder?

  • Zij staat altijd klaar en omringt iedereen met liefde, zorg en aandacht
  • Zij kan alles, zonder ervoor geleerd te hebben
  • Zij wordt nooit boos, maar blijft altijd vriendelijk
  • Zij is geduldig en gelukkig
  • Blij speelt zij met haar kind(eren) in een smetteloos huis
  • Zij ziet er altijd fantastisch uit
  • Zij stelt de wensen van partner en kind(eren) boven die van zichzelf
  • Zij houdt zich actief bezig met haar zelfontplooiing zonder dat haar gezin eronder lijdt
  • Zij is een 1e klas opvoedkundige, verpleegster, kokkin, werkster, organisatrice, enz.

En zij geniet hier iedere minuut van! Vrouwen zijn niet zelden hun eigen strengste moeder! Ze moet teveel (tegelijk), te goed en te lang (achterelkaar). Fouten maken mag niet… Hou op met je eigen strengste moeder te zijn! Je mag een moeder zijn die goed genoeg is.

Goedkeuring van anderen
Uit onderzoek blijkt dat vrouwen, meer dan mannen, afhankelijk zijn van de goedkeuring van anderen. “Als iemand anders me aardig vindt, dan vind ik mezelf ook aardig.”

Een ‘onaardige’ vrouw die zegt waar ze voor ‘staat’, wordt al snel een manwijf of kenau genoemd. Veel vrouwen vinden dat ze zich altijd moeten inzetten voor anderen (opofferen) en voelen zichzelf schuldig wanneer ze eens iets voor zichzelf vragen/opeisen. Dit levert heel wat onderhuidse frustraties op. Depressie en onderdrukte boosheid hebben veel met elkaar te maken. Boosheid (agressie) valt onder onvrouwelijk gedrag. Het is typerend voor de meeste vrouwen dat zij hun boosheid op zichzelf richten met als resultaat ziek of depressief worden. Andere, veel voorkomende psychosociale oorzaken zijn bijv. een tegenvallende, moeilijke zwangerschap en/of bevalling. Je had je er zoveel van voorgesteld, maar alles liep anders… Je bent teleurgesteld, verdrietig of boos, maar je weet niet wat je met die gevoelens moet doen. De mensen in je omgeving vinden misschien dat je niet moet treuren, want met de baby is nu toch alles goed? Misschien vind je dit zelf ook wel en stop je die gevoelens weg.

Een ‘zware’ bevalling hoeft geen aanleiding te zijn tot het krijgen van een postnatale depressie, wanneer er voldoende liefdevolle zorg en aandacht is besteed aan de vrouw. Trouwens een gemakkelijke bevalling mag geen vrijbrief zijn voor de omgeving (en hulpverleners!) om géén of weinig liefdevolle aandacht aan de vrouw te besteden!

Het kan ook zijn dat na de bevalling bleek dat niet alles goed was met de baby. Misschien moest de baby opgenomen worden in het ziekenhuis of moest de baby daar blijven, terwijl de moeder er zo op gerekend had dat ze samen naar huis zouden gaan. Als na weken of maanden van spanning en heen en weer rijden van en naar het zieken huis het kind eindelijk mee naar huis mag, gebeurt het soms dat de moeder een postnatale depressie krijgt. Spanning tijdens de zwangerschap of kort na de bevalling kan ook een psychosociale oorzaak zijn. Die spanning kan veroorzaakt worden door het plotseling overlijden van een dierbare, een verhuizing, verbouwing, familieruzie, enz.
Een heel jong kind is nog niet in staat liefde terug te geven. Misschien had je diep in je hart hierop gehoopt.
Zoveel vrouwen zoveel oorzaken!

Lichamelijke factoren die een rol spelen bij het ontstaan van een PPD

Lange tijd is voorbij gegaan aan het feit, dat de ingrijpende veranderingen die een vrouwenlichaam doormaakt tijdens zwangerschap en na bevalling. abortus of miskraam, een belangrijke rol kunnen spelen hij het ontstaan van een PPD. Een verstoorde schildklierwerking/hormoonbalans en een daarmee samenhangend verstoord evenwicht in de vitaminen- en mineralenhuishouding kunnen een rol spelen en worden hier genoemd en summier besproken.

Schildklier
Tijdens de zwangerschap komt er een rem op het afweersysteem, opdat de foetus niet zal worden afgestoten. Na de bevalling kan het gebeuren dat die rem blijft bestaan en niet, zoals het hoort, wordt opgeheven. Het afweersysteem reageert hierop door hyperactief te worden. Dit alles wordt geregeld door de schildklier, een klier aan de voorzijde aan de hals, die hormonen afscheidt. Eerst werkt de schildklier te snel, dan te traag en dan weer normaal. Een verhoogd risico op totale uitval van de schildklier hebben vrouwen, bij wie de schildklier eerst te langzaam werkt en dan weer, met steeds korte tussenperioden, normaal. Storingen in de werking van de schildklier kunnen invloed hebben op de geestelijke en lichamelijke gesteldheid.

Hormonen
Hormonen bepalen voor een belangrijk deel hoe we ons voelen. Eén van de dingen die vrouwen met een postnatale depressie constateren is, dat zij zichzelf als vreemd en anders ervaren. Hoe kunnen die hormonen zo uit balans raken? Om hiervan enig begrip te krijgen, moeten we kijken naar wat er gebeurt tijdens de zwangerschap.

Zodra een vrouw zwanger wordt, stijgt de productie van progesteron. Aanvankelijk zorgen de eierstokken daarvoor, maar al spoedig neemt de moederkoek (placenta) dit over en stijgt de hoeveelheid progesteron in ons bloed van 20 tot 30 keer de normale waarden tijdens een menstruatie cyclus. Het is duidelijk dat, wanneer een bevalling, abortus of miskraam heeft plaatsgevonden, de moederkoek en daarmee de ‘progesteron-fabriek’ het lichaam verlaat. Er vindt dus een spectaculaire daling van het progesterongehalte in het bloed plaats. Vrouwen die daarvoor gevoelig zijn, kunnen dit niet of moeilijk opvangen en gaan reageren met allerhande klachten.

Prolactine is een ander hormoon dat we in verband met postnatale depressie moeten noemen. Ook prolactine wordt tijdens de zwangerschap al verhoogd geproduceerd. Na de bevalling wordt de productie ervan zelfs nog opgevoerd om de borstvoeding op gang te brengen en in stand te houden. Pas als de borstvoeding stopt, zal het prolactinegehalte weer op het normale peil komen. Soms gebeurt dit niet en blijft er sprake van een verhoogd prolactinegehalte. Met name vrouwen die pas na het stoppen van de borstvoeding last krijgen van depressieve verschijnselen, kunnen hiermee te maken hebben.

Vitaminen- en mineralenhuishouding
De vitaminen- en mineralenhuishouding zit zo in elkaar, dat het één niet kan werken zonder de ander. Dit houdt in dat bij tekort aan een of meer vitaminen en/of mineralen, de in het lichaam aanwezige (chemische) stoffen hun werk niet goed meer kunnen doen. Daardoor wordt het lichaam (en daarmee de geest) ontregeld. Het is waarschijnlijk dat hierdoor ook de hormoonbalans verstoord blijft.

Hoe ontstaat dan zo’n tekort? Er zijn wetenschappelijke aanwijzingen dat dit het gevolg is van een vorm van lichamelijke uitputting, die veroorzaakt wordt door te weinig rust en gebrek aan voldoende bouwstoffen tijdens de zwangerschap en/of na de bevalling, abortus of miskraam. Wij zijn geneigd onder het mom van ‘zwangerschap is een gezonde ziekte’ diezelfde zwangerschap, bevalling en verzorging van de baby ‘er maar even bij te doen’. Deze gebeurtenissen vergen zeer veel energie en als er via verstandige voeding en voldoende rust niet voor een extra toelevering van die energie wordt gezorgd, kan er een tekort ontstaan.

Extra toevoer in de vorm van een goed vitaminen-mineralen preparaat en veel rust, blijken in veel gevallen uitkomst te kunnen bieden. Met name de B-vitaminen (B6 en B12) en de mineralen zink en magnesium zijn in dit verband belangrijk.

Hypoglykemie
Hypoglykemie is een te laag bloedsuikergehalte (glucose). Het wordt veroorzaakt door een te hard werkende alvleesklier (pancreas). De verschijnselen bij hypoglykemie zijn: trillen, zweten, misselijkheid en hongergevoel. Door het hongergevoel ga je nog meer eten en slaat de alvleesklier als het ware op hol. Bij hypoglykemie is het belangrijk om regelmatig, kleine hoeveelheden te eten: 3 normale maaltijden en 3 “tussendoortjes”.

Belangrijk!
Wanneer je denkt dat één of meer van de beschreven lichamelijke aspecten (hormonen, schildklier, vitaminen, bloedsuiker, enz.) voor jou een probleem vormen, overleg dan altijd met je huisarts. Laat je onderzoeken en vraag een andere arts wanneer je twijfelt, om een ‘second opinion’!