Archives

Categories

Een stuitbevalling

Ligt het kind tegen het eind van de zwangerschap (nog steeds) in stuitligging (hoofd naar boven), dan wordt een gesprek gevoerd tussen de gynaecoloog en de ouders op welke manier de vrouw zal gaan bevallen. In ongeveer 30% van de gevallen wordt dan gekozen voor een natuurlijke stuitbevalling.

Bij de keus voor een natuurlijke stuitbevalling moet vooraf al aan een aantal voorwaarden vodaan worden, zoals:

  • het kind moet niet te zwaar zijn (geschat minder dan 3500 gram)
  • de stuit van het kind moet al wat ingedaald zijn in het bekken van de moeder
  • het bekken van de moeder moet normaal gevormd zijn

Verder tijdens de bevalling (1e tijdperk):

  • de ontsluiting moet normaal verlopen (1 cm per uur)
  • de stuit moet verder indalen

En tijdens de uitdrijving (2e tijdperk):

  • de stuit moet tijdens het persen duidelijk verder komen

En tenslotte moet er ‘vertrouwen’ bestaan tussen de ouders en de gynaecoloog.

Als aan al deze voorwaarden niet voldaan wordt, dan wordt meestal alsnog besloten om een keizersnede uit te voeren om het kind aldus geboren te laten worden.

Bij een stuitligging worden twee vormen onderscheiden. De eerste is een volkomen stuitligging, waarbij het kind als ware in kleermaker houding zit met de voeten en de benen in het bekken en bij de geboorte zien we eerst de voetjes.. De tweede is een onvolkomen stuitligging, waarbij de stuit in het bekken zit en de beentjes langs het lichaam liggen en als eerts het stuitje van het kind is te zien. Een onvolkomen stuitligging komt het meeste voor.

Bij het persen en het tevoorschijn komen van de stuit wijst deze in het begin naar boven (de stuit volgt de richting van het geboortekanaal). Wanneer de romp van het kind grotendeels geboren is, duwt een hulpkracht ( een dokter of een zuster) aan de buitenkant op de baarmoeder mee om de rest van het kind, de schouders/armen en het hoofd, sneller geboren te laten worden. In de meeste gevallen wordt tijdens de geboorte van de stuit een ‘knip’ gezet. Het kan voorkomen dat de armen niet direct geboren worden. Dan voert de gynaecoloog een aantal bewegingen met het kind uit om alsnog die armen naar buiten te krijgen. Vervolgens wordt het hoofd geboren.

De duur van de geboorte van een kind in stuitligging is in het algemeen even lang dan van een kind dat eerst met het hoofd geboren wordt. Het hoofd is groter dan de stuit en het duurt dus langer om het hoofd naar buiten te persen dan de stuit. De geboorte van het lichaam gaat bij een hoofdligging sneller dan de geboorte van het lichaam bij een stuitligging. Per saldo maakt het niet veel uit.