De wijze waarop baarmoederhalskanker wordt behandeld, hangt sterk samen met het stadium waarin het proces zich bevindt. Daarnaast speelt de leeftijd, de conditie en de eigen wens van de patiënt ook een rol in de wijze van de behandeling. In het algemeen bestaat de behandeling uit een operatie en/of een radiotherapie (bestraling) en/of een chemotherapie kuur. Soms wordt hyperthermie toegepast.
Operatieve ingrepen
Stadium 1
In dit stadium, wanneer het kanker proces nog maar nauwelijks aanwezig is, is het nog mogelijk met alleen het verwijderen van de baarmoederhals (= exconisatie van de cervix) te volstaan. De baarmoeder blijft dan behouden en voor jonge vrouwen die dat willen, is het nog mogelijk om in verwachting te raken.
Wanneer het proces al iets verder is gegroeid, is het in speciale gevallen bij jonge vrouwen die nog zwanger willen worden mogelijk om de hele baarmoederhals te verwijderen en vervolgens de klieren en het steunweefsel naast de baarmoederhals (trachelectomie); in alle andere gevallen wordt een zgn. radicale operatie uitgevoerd.
Een radicale operatie (Wertheim-Meigs operatie) wordt meestal in dit stadium uitgevoerd. Het is een buikoperatie, waarbij de lymfeklieren links en rechts gelegen langs de bloedvaten in het bekken worden verwijderd, de baarmoeder met het omringende steunweefsel en het bovenste deel van de vagina; bij jonge vrouwen worden de eierstokken niet verwijderd, bij oudere vrouwen wel.
Stadium 2,3 en 4
Bij deze stadia wordt er meestal een combinatie van behandelingen toegepast. In nogal wat gevallen wordt chemoradiatie toegepast, wat wil zeggen dat er wordt begonnen met chemotherapie en direct daarna radiotherapie. Of er wel of niet geopereerd wordt, hangt van meerdere factoren af.
Radiotherapie
Een bestraling kan zowel uitwendig (via de buikwand) als inwendig (via de vagina) worden gegeven met als doel kankercellen te vernietigen. In de meeste gevallen wordt een uitwendige bestraling gegeven en dat geeft zowel blaas en plas klachten als ook darmklachten zoals diarrhee en buikpijn. Een uitwendige bestraling duurt enkele weken en geeft langdurige vermoeidheid.
Chemotherapie
Chemotherapie betekent dat geneesmiddelen worden toegediend die de celdeling stopzetten, waarmee het kankerproces wordt vertraagd en/of verkleind en/of vernietigd. Er zijn veel chemotherapie geneesmiddelen en meestal wordt een combinatie van 2 of 3 gegeven om een beter effect op het kanker proces te krijgen. Meestal worden een aantal korte kuren gegeven. Het veroorzaakt misselijkheid, grotere kans op het krijgen van infecties, extreme moeheid mede doordat er bloedarmoede kan ontstaan en in een groot aantal gevallen haaruitval.
Hyperthermie
Bij hyperthermie zorgt men ervoor het kanker proces met warmte te bestrijden. Onze lichaamstemperatuur is 37 graden celcius en bij hyperthermie wordt een warmte bereikt van 45 graden. Omdat kankercellen slecht tegen deze verhitting kunnen, sterven ze deels af. Vervolgens kan de behandeling voortgezet worden met radiotherapie en/of chemotherapie.
Baarmoederhalskanker >> Sexualiteit na de behandeling
Na de behandeling van baarmoederhalskanker kan de sexualiteit veranderd zijn. De libido (zin in vrijen) kan zijn afgenomen, geslachtsgemeenschap doet pijn of lukt niet enz.
Dat kan emotioneel zijn, omdat er sprake is van teleurstelling vanwege het ontstaan van een kankerproces in de baarmoeder. Echter er kunnen ook lichamelijke klachten zijn. De vagina is na de operatie wat korter geworden en ook kan de vagina door de bestraling wat stugger zijn geworden. Tenslotte is nog een veel gehoorde klacht de vaginale droogheid.
Omdat er geen enkel bezwaar is tegen het hebben van geslachtsgemeenschap, is het verstandig de klachten te benoemen bij de controle bezoeken aan de gynaecoloog. De gynaecoloog kan dan in samenspraak met u, uw partner en andere therapeuten naar een oplossing zoeken. –>