Archives

Categories

Vruchtbaarheid

De bevruchting vindt plaats halverwege de eileider. De eicel wordt door de fimbria opgevangen en richting eileider getransporteerd. De zaadcellen zijn tijdens een geslachtsgemeenschap in de vagina terecht gekomen en worden via het slijm in de baarmoedermond en mede door de zwembewegingen van de zaadcellen getransporteerd door de baarmoeder heen naar de eileiders en vervolgens richting fimbria, alwaar ze halverwege de eileider de eicel ontmoeten. Eén zaadcel dringt dan binnen in de eicel waar de beide cellen samensmelten. Een bevruchting kan alleen maar plaats vinden als de geslachtsgemeenschap enige tijd vóór de eisprong heeft plaats gevonden.

De bevruchtte eicel heet dan embryo en wordt verder door de eileider getransporteerd naar de baarmoederholte waar het zich innestelt in het baarmoederslijmvlies, zich ondertussen verder delend en ontwikkelend tot een vruchtje.

Bij 90% van de jonge paren die regelmatig samenleving hebben behoort de conceptie (bevruchting) binnen een jaar plaats te vinden. Gebeurt dit niet binnen een jaar, dan kan er sprake zijn van verminderde vruchtbaarheid.

De vruchtbaarheid (ook wel fertiliteit genoemd) vermindert met toename van de leeftijd.

Bij het uitblijven van een zwangerschap, moeten de volgende vragen gesteld worden:

  1. Produceert zij eicellen?
  2. Produceert hij voldoende zaadcellen?
  3. Kan de zaadcel de eicel bereiken?
  4. Vindt de bevruchting plaats?
  5. Kan het embryo innestelen?